De arbitragecommissie van de KNVB heeft zich gebogen over de aangespannen arbitragezaak aangaande het verzoek tot verplichte medewerking van FC Volendam in de transfer van Carel Eiting naar FC Twente voor € 500.000,-. Het door Eiting ingediende verzoek, dat mondeling behandeld werd tijdens de arbitragezaak op donderdag 17 augustus, is door de arbitragecommissie afgewezen.
Eiting verzocht de arbitragecommissie FC Volendam te verplichten medewerking te verlenen aan de tussentijdse beëindiging van de arbeidsovereenkomst onder voorwaarde van betaling door FC Twente van een bedrag ter hoogte van € 500.000,-, met daaraan gekoppeld een dwangsom van € 5.000.000,- in het geval van non-coöperatie. FC Volendam beriep zich via haar advocaten mr. Keje Molenaar en mr. Michiel van Dijk in haar verweer op gemaakte afspraken in een addendum, dat deel uit maakte van de arbeidsovereenkomst tussen FC Volendam en Eiting. In dit addendum is, naast een geheimhoudingsplicht, onder meer opgenomen dat vanuit de geest van gezamenlijkheid en wederkerigheid zowel FC Volendam als Carel Eiting een zwaarwegende inspanningsplicht hebben om te komen tot een maximale transfersom. Enkel indien zou blijken dat de club een vraagprijs hanteert die vanuit de praktijk van de voetbalmarkt te hoog en niet realiseerbaar is, zou theoretisch teruggevallen kunnen worden op een berekenmethodiek voor een minimale afkoopsom, het ‘terugverdien scenario’. Van een zogeheten buy-out clausule is dus nooit sprake geweest.
Tevens heeft FC Volendam licht geworpen op de handelwijze van FC Twente en Eiting, welke niet alleen tegen de afspraken uit het addendum maar ook tegen de reglementen van de FIFA en KNVB indruist. De door FC Twente en Eiting opgebouwde contractconstructie, die enkel ten laste van een normale transfersom van FC Volendam gerealiseerd zou kunnen worden, was eveneens onderwerp van kritiek.
De arbitragecommissie oordeelt dat FC Volendam door de handelwijze van FC Twente en Eiting nooit de kans heeft gehad om ‘normaal’ te kunnen onderhandelen over de hoogte van een mogelijke transfersom en de mogelijke transfer dan ook niet onnodig geblokkeerd heeft. Naar het oordeel van de arbitragecommissie heeft Eiting ten onrechte voorgedaan alsof het transferbedrag, dat eventueel door Twente aan Volendam zou moeten worden betaald, primair zou moeten worden vastgesteld op basis van de genoemde ‘minimale’ rekenformule die behoort tot het ‘terugverdien scenario’. De Arbitragecommissie meent dat zulks een miskenning is van de gemaakte afspraken tussen Eiting en FC Volendam en dat Eiting in gebreke is gebleven ten aanzien van de naleving van het addendum. Daarmee wijst de commissie het verzoek van Eiting tot verplichte medewerking aan de transfer af.
Evenals in de zaak Micky van de Ven betreurt FC Volendam de keuze van de speler een arbitrageproces te starten, zeker na herhaaldelijke gesprekken waarin deze stap met klem is afgeraden. FC Volendam blijft bij haar standpunt dat constructief contact tussen alle partijen, en met name tussen mogelijke kopende clubs en FC Volendam, de normale en ook enige juiste weg is bij mogelijke transfers. Het vonnis van de arbitragecommissie ervaart FC Volendam dan ook als een verdere bekrachtiging van belangrijke jurisprudentie voor het Nederlandse voetbal en een terechte steun in de rug van opleidingsclubs gericht op talentontwikkeling.
Bron: FC Volendam