Clubicoon Johan Steur aast op kampioenschap

  • zaterdag, 06 apr 2019
  • Leestijd: 2 minuten
  • Bron: FC Volendam

Wie Johan Steur zegt, zegt FC Volendam. Het icoon van FC Volendam is assistent-trainer, coach van Jong Volendam en hoofd-scouting. Zijn hobby is zijn brood. Zeven dagen per week is hij met voetbal bezig. Zijn vrouw Lida weet niet beter. Steur (56) heeft al heel wat spelers zien komen en gaan. Ook trainers. Zelf maakte hij twee keer het seizoen af als hoofdtrainer.

Als resultaten uitblijven wordt in de voetballerij meestal voortijdig afscheid genomen van de hoofdtrainer. Bij onder meer PEC Zwolle, NAC en Roda JC zijn dit seizoen al hoofdtrainers vervangen. Steur: “Dat is het lot van een hoofdtrainer. Ik heb met alle hoofdtrainers goed kunnen werken. Op de bank hebben Edwin Zoetebier en ik altijd goed overleg met Hans de Koning. Je werkt samen, maar de hoofdtrainer heeft de eindverantwoording.”

Zelf heeft hij als (semi)prof vijfhonderd wedstrijden gespeeld Hij maakte twee uitstapjes: een jaar Feyenoord en na zijn terugkeer bij FC Volendam, nam Barry Hughes hem een seizoen later mee naar Sparta, waar de technisch begaafde  Volendammer ook een seizoen speelde. Na zijn eigen carrière werd hij jeugdtrainer bij FC Volendam en vanaf 1999 is hij assistent-trainer.

Torremolinos
Als assistent-trainer van Henk Wisman, onder wie FC Volendam in 2003 de stap naar de eredivisie maakte, werd Steur in 2005 assistent-bondscoach van Wisman in Armenië. “Henk kom ik elk jaar nog tegen op ons vakantieadres in Torremolinos en dan gaan we samen uit eten. Met Hans de Koning zijn Lida en ik ook al jaren bevriend.” Als coach van Jong Volendam moet Steur wekelijks puzzelen. “Door het vertrek van Stroo, Klinkenberg en Ten Den, zijn spelers uit Jong Volendam doorgeschoven naar de A-selectie. Ik moet dan weer spelers uit de A-junioren halen. Dat is wat schipperen, want als je alleen de beste spelers pakt, verzwak je dat elftal te veel.” Met Jong Volendam doet Steur dit seizoen een gooi naar de titel in de Derde Divisie. “Het blijft tot het einde toe spannend”, weet hij.

Tekst: Cor Westerveld
Foto: Fred Rotgans