Het thuisfront van Peter Visser

  • maandag, 27 aug 2012
  • Leestijd: 6 minuten
  • Bron: FC Volendam

Zoon Ramon: “Het is tussen mijn vader en moeder toch nog goed gekomen”

Peter Visser is een laatbloeier. Hij verruilde drie seizoenen geleden zijn troffel en baan van metselaar in voor een vast dienstverband als hersteltrainer bij FC Volendam. Daarmee ging voor hem een jongensdroom in vervulling. Met zijn 62 jaar is hij de nestor binnen de technische staf. “Toen bekend werd dat hij bij FC Volendam in vaste dienst kon treden, moest hij samen met mijn moeder nog wel even overleggen of er eventueel financieel nadelige gevolgen aan zaten in verband met zijn pensioen enzo. Dat bleek niet het geval. Iedereen gunde hem die baan. Mensen die hem kennen, weten dat voetballen zijn lust en zijn leven is”, aldus Ramon Visser, zoon van de hersteltrainer.

Ramon zelf speelt voor het vierde achtereenvolgende seizoen bij zaterdagclub Marken. De eerste twee jaar op het middenveld en daarna centraal achterin. Hoewel hij in Edam woont, heeft hij daar bij de plaatselijke EVC tot de F-jes gevoetbald. “Ik kijk vanuit ons huis uit op Volendam. Ik ging daar op school en heb er mijn vrienden zitten. Ik werk vier dagen per week bij Bart Smit. En de vijfde dag volg ik een cursus voor sportmasseur.”
Ramon maakte tot zijn 18e jaar deel uit van het jeugdplan van FC Volendam. Daarna vertrok hij naar Zwaluwen ’30 in Hoorn, maar na twee jaar op de bank zitten, wilde hij weer voetballen. Edwin Keizer, toen trainer van SV Marken en nu van de RKAV Volendam, vroeg hem indertijd of hij interesse had om bij SV Marken te komen. “Het bevalt me prima bij SV Marken. Een sportieve en gezellige vereniging. We spelen dit seizoen ook tegen mijn oude club Zwaluwen ’30.”

Johan Cruyff
Zijn vader speelde wel bij EVC en vertrok in zijn jonge jaren naar Ajax. Daar speelde hij in de A1 junioren en in het tweede elftal. Ramon: “Dat was in de tijd van Johan Cruyff en al die andere grootheden. Mijn vader kwam niet verder dan Ajax 2. Hij trainde wel met Johan Cruyff en al die andere sterren. En dat kunnen toch niet veel mensen zeggen. Hij werkte in die jaren in de groentezaak van zijn ouders en ging op de fiets naar De Meer. Voor Ajax 1 kwam hij in die jaren tekort. Hij vertrok naar AZ ’67, maar bij die club heeft hij het eerste elftal ook net niet kunnen halen. Hij kwam daarna uit voor Zeeburgia en Rood-Wit A. Met Rood-Wit speelde hij om het kampioenschap van Nederland. Hij heeft tot zijn veertigste gevoetbald. Hij is twee keer aan een meniscus geopereerd. Na zijn veertigste voetbalde hij nog bij de veteranen. Nee, ik heb hem zelf nooit zien voetballen. Ik heb zijn plakboeken ingezien. Van horen zeggen weet ik dat hij alles voor zijn sport over had. Aan verliezen had hij een gloeiende hekel. Nog steeds. Hij gaat altijd met me mee naar Marken en als wij dan verliezen, dan kan hij behoorlijk chagrijnig zijn. Maar dat was vroeger ook al zo. Hij woonde in zijn verkeringstijd op een flatje in Edam. Als hij zondag had verloren met voetballen en mijn moeder bij hem aanbelde, liet hij haar gewoon voor de deur staan. Mijn moeder vertelt het nog wel eens als het in de praat te pas komt. Maar het is later toch nog goed gekomen tussen die twee”, lacht Ramon.

Ingerold
Met zijn vader kan hij het uitstekend vinden. Peter Visser was wel een ander type speler dan zijn zoon. “Mijn vader was snel en doelgericht, ik moet het meer van mijn passes hebben.”
Peter Visser is volgens zijn zoon een echte clubman. “Toen ik in de D-tjes speelde bij Volendam, was hij er al trainer/vrijwilliger. Hij is er bij FC Volendam zomaar ingerold. Hij had een cursus looptraining gedaan en ook zijn trainerspapieren gehaald. Bij Marken assisteert hij ook wel hoofdtrainer Charles Loots. Bij FC Volendam is woensdag zijn vaste vrije dag maar laatst ging hij op die dag met Jong Volendam mee naar FC Groningen. En als spelers die terugkomen van een blessure vragen of hij ze wil trainen, doet ie dat ook. Hij ziet zijn werk bij FC Volendam gewoon als zijn grote hobby. Toen hij nog metselaar was, liep zijn wekker ’s morgens om vijf uur af. Dat ritme zit er gewoon nog bij hem in. Niet dat hij nu nog zo vroeg opstaat, maar voor hem is half tien s’ morgens beginnen een weelde vergeleken met vroeger. Hij vindt dan ook dat voetballers niet moeten zeuren, want ze hebben een prachtig beroep. Bij FC Volendam doet hij nog altijd mee aan latje trap en hij zegt dat hij dan altijd nog wint. Hij maakt ook graag een ritje op zijn mountainbike door de Zeevang.
De Olympische spelen heeft hij dagelijks gevolgd. En als er voetballen op televisie is, kijkt hij ook altijd. Soms kijken we samen en zeggen we weinig tegen elkaar. Mijn vader houdt van rust. Vorige week vierde ik mijn verjaardag met vrienden in de tuin. Hij was er toen zomaar tussenuit geknepen naar boven.”

Trots
We praten samen veel over wedstrijden van FC Volendam en SV Marken. Sommige voetballiefhebbers kunnen na een verloren wedstrijd de schuld bij een of meer spelers leggen, maar dat zal mijn vader nooit doen. Hij zal het altijd opnemen voor spelers die als zondebok worden aangewezen. Hij wijst de mensen dan op de goede acties die deze spelers in het veld hebben gemaakt.” In huize Visser draait dus veel om voetbal. Ramon: “We hebben gewoon een topgezin. Ik heb een zus en een nicht die al zeven jaar bij ons inwoont. Zelden of nooit zijn er problemen. Wij zijn binnen de familie trots op elkaar zonder dat we dat uiten of zeggen. En mijn moeder houdt met eten altijd rekening met de voetbal.”

Cor Westerveld

{foto1}
Ramon Visser: “Voor mijn vader is een jongensdroom uitgekomen.”
(Foto: Erna Apeldoorn)