Door: Cor Westerveld
“Ik heb zelf vroeger een blauwe maandag gevoetbald. Later reed ik dressuur met paard en wagen en deed aan ringsteken. Ik heb nu nog een ’paar’ schaapjes, om wat om handen te hebben”, steekt Jan Ooyevaar (74) uit Westerblokker van wal. Half zeven ’s morgens staat Jan op om zijn (negentig!) schapen te voeren die her en der grazen. “Ik weid ze en verkoop ze als ze aan het gewicht zijn. Ik heb ook nog een tractor, maaimachine en hooischudder. Ik maai zelf nog, zie je. Alleen het persen van het hooi laat ik doen.”
“Vroeger, in de tijd van Dick Tol ’de Knoest’, gingen we met een Ford-busje van mijn broer Kees naar Volendam. Kees was kruidenier en we zaten met een man of tien achterin op de stellingen. Werden we bij Edam aangehouden. Kees rekende op een bon, want hij mocht geen personen vervoeren. De agent zag ons zitten, maar hij wilde enkel weten hoe Volendam gespeeld had. Dan hebben jullie van mij geen last meer, hoor ik hem nog zeggen.” Samen met mijn vrouw Trudy bezocht Jan de wedstrijden. Toen Trudy in 1994 overleed, bood haar zuster Tiny Spil spontaan aan om met Jan mee te gaan. En als die een keer niet kan, zit zwager Wim Karsten naast hem op de hoofdtribune.
Begin van het nieuwe seizoen is Jan 55 jaar supporter. Hij toont een ingelijst shirt met handtekeningen van spelers. “Kreeg ik tien jaar geleden van de club. Alleen Henny Schilder en Jack Tuijp spelen nu nog in het elftal.” Over dit seizoen is Jan wel te spreken. “Paul Kok en Erik Schouten, jongens hier uit de buurt, doen het goed. Ik zie ook meer supporters uit Westwoud en Hoogkarspel in Volendam. Erik Steltenpool is de derde West-Fries. De ene keer maakt-ie drie doelpunten en de andere keer niet één. Begrijp jij dat nou?” Jan vindt het spel sneller en technischer geworden. “Maar de mentaliteit van vroeger mis ik af en toe wel. Tegen VVV was het matig in de eerste helft. In de tweede helft kwamen we wél op hun helft, dus toen kon het wél. Ik bedoel maar. Wat ik niet begrijp, is dat ze bij een corner allemaal voor het doel gaan staan en er geen mannetje voorbij de tweede paal staat. Ik zie dat ook bij andere clubs. Als een corner over alle spelers heengaat, kan een mannetje op die plek hem toch opnieuw voorgeven. ”Voer dus voor de technische staf. Op de tribune is Jan een observerende supporter, een beetje introvert. Maar bij een doelpunt van zijn cluppie gaat hij wél uit zijn dak. “Maar ik kan ook genieten van een mooi doelpunt van de tegenpartij, hoor. Die jongens komen tenslotte ook om te winnen”, besluit de ware voetballiefhebber aan de vooravond van de wedstrijd tegen FC Dordrecht oftewel ’de Schapenkoppen’.
Bron: FC Volendam