Jongkind: 'Een jeugdspeler moet juíst fouten maken om te leren'

  • dinsdag, 08 mrt 2022
  • Leestijd: 11 minuten
  • Bron: FC Volendam

Sinds 1 januari is Ruben Jongkind bij FC Volendam werkzaam in de rol van Directeur opleidingen en samenwerkingen. Zijn taak is om de jeugdopleiding, de levensader van de club, een stem te geven in de directie. Hoe kijkt hij terug op die belangrijke stap én hoe staan andere zaken er op dit moment voor? De hoogste tijd om bij te praten. Over het grote aantal zelfopgeleide spelers in de selectie, de rol van volwassenen bij de ontwikkeling van jeugd én de toekomstplannen met Voetbal Volendam.

Terugkijkend: waarom was het zo belangrijk dat de jeugdopleiding een stem zou krijgen binnen de directie?

“De directie neemt besluiten en bepaalt samen met het bestuur de richting van de club. Het zou dus vreemd zijn als de opleiding niet vertegenwoordigd zou zijn in de directie. Met deze stap helpen we de club om de jeugd een belangrijke rol toe te delen zowel voor nu als in de toekomst.”

 Je denkt ook dat jullie andere Nederlandse clubs hiermee kunnen stimuleren hetzelfde te doen. Kun je dat uitleggen?

“Wij als Nederland moeten het hebben van opleiden. Maar te vaak wordt de opleiding gezien als sluitpost, is het een ondergeschoven kindje en doet het niet mee als het gaat om het bepalen van de grote lijnen en financiën in een club. Dat terwijl zonder jeugdopleiding Nederland als voetballand kansloos is. Zowel bij Ajax, maar nu ook bij FC Volendam hebben we laten zien dat opleiden niet alleen een bijdrage levert aan de persoonlijke en sociale ontwikkeling van spelers, maar ook een essentieel verdienmodel voor de clubs is. Dus ook daarin zien wij een meerwaarde. In een presentatie die ik aan een groep hoofden opleiding gaf afgelopen week, bleken al meerdere clubs enthousiast te zijn over dit idee en ook de KNVB ziet dit als een innovatie. Dat is dus goed nieuws.”

Ook goed nieuws: uit onderzoek van de KNVB bleek onlangs dat FC Volendam sinds twee jaar de club is die de meeste wedstrijdminuten geeft aan zelfopgeleide spelers in Nederland.        

“Dat is een flinke verhoging en ook een bewuste keuze van de technische leiding en het bestuur geweest. Tel daarbij op dat FC Volendam naar schatting de vijfde of zesde begroting van de Keuken Kampioen Divisie heeft en dus normaal gesproken op de vijfde of zesde plek in de competitie zou moeten eindigen. Als je dan in de afgelopen seizoenen om de bovenste plaatsen meedoet, met zoveel jeugd, is dat waar het over moet gaan als we praten over het resultaat van de opleiding. In dit seizoen hebben meer dan dertig spelers minuten gemaakt in het eerste. Zonder de jeugdspelers uit Jong Volendam was dit niet mogelijk geweest. Kijk maar eens wie er in Jong Volendam speelden de afgelopen twee seizoenen en wie er nu in het eerste spelen.”

Is het realistisch om dat hoge percentage zelfopgeleide spelers te handhaven?

“Als het niveau van de club verder omhooggaat en je haalt de eredivisie, dan kunnen we niet verwachten dat de hele selecte zelfopgeleid is. Ook dan zullen we versterkingen moeten halen om ons te handhaven in de eredivisie. Op termijn kan dan de selectie, via een steeds beter wordende jeugdopleiding, aangevuld worden met eigen jeugdspelers. Alles kost tijd, en zeker de ontwikkeling van baby tot volwassene. Maar het gaat om onze intentie: wij geloven dat zeker de helft van de selectie van een profclub kan bestaan uit zelfopgeleide spelers. En daar werken we dus hard aan.”

Er is nog een flinke uitdaging: de velden in de jeugd zijn voor veel spelers in de pubertijd volgens jullie te groot.

Dat klopt. De meeste groei hebben jongens tussen de dertien en veertien jaar. Veel jongens die te laat in het jaar zijn geboren of nog niet rijp zijn, zitten nog in een eerdere fase van hun ontwikkeling en kunnen de afstanden op een heel veld nog niet belopen. Zelfs in de onder 15 spelen nog veel jongens die laatrijp zijn. Je kunt dan ook zelden goede conclusies trekken over individuele ontwikkeling op basis van het resultaat van zulke wedstrijden. Noch als we dik winnen, noch als we dik verliezen. Dit is een mooi voorbeeld van hoe wij als volwassenen in de weg staan van de ontwikkeling van onze kinderen.”

En niet alleen daarmee, toch?

“Wij zijn soms ook bezig met onze eigen ego’s, met status, trots en soms jaloezie. Maar hoe kun je leiderschap ontwikkelen als de volwassenen alles bepalen voor de kinderen en er geen vrijheid is om keuzes en dus fouten te maken? De speelwijze die wij kiezen, met heel veel risico, vergt ook veel van de jongens en zorgt soms ook voor veel tegengoals. Maar alleen op deze manier zullen zij leren hoe je aanvallend en met risico moet spelen. Tegenstanders die vol voor de winst gaan, spelen daarop in en kunnen met fysiek sterke jongens in de omschakeling op snelheid en kracht relatief makkelijk scoren. Hoewel dit voorlopig nog zo is, tornen wij niet aan onze visie en hebben geloof dat de jongens na verloop van tijd beter worden in deze manier van voetballen. De kleinere, laatrijpe jongens worden vanzelf groot en als zij geleerd hebben hoe ze vooruit moeten voetballen en slim moeten samenwerken zal hen dat op termijn helpen. In en buiten het voetbal.”

Er zijn een aantal teams in de opleiding die dreigen te degraderen. Is dat een gevaar?

“Dat is geen enkel probleem. Dan zijn er weer genoeg nieuwe uitdagingen. Kijk naar een ADO Den Haag, een NAC of Emmen. Probeer tegen zogenaamd mindere tegenstanders dan weer je spel te verbeteren en je wedstrijden te winnen met de extra druk van het favoriet zijn. Uiteindelijk gaat het erom dat wij als BVO de morele plicht hebben een plek te zijn waar kinderen zich thuis voelen, met respect worden behandeld en zich ontwikkelen in hun zelfstandigheid, persoonlijkheid, en leren zelf beslissingen te nemen, zichzelf leren kennen en hun bewustzijn verruimen. Als zij dan ook nog profvoetballer kunnen worden, is dat natuurlijk een jongensdroom, maar dat geldt niet voor iedereen.”

Dus winnen is eigenlijk van ondergeschikt belang in de opleiding?

“Winnen is belangrijk. Maar voor wie? Winnen zit in het DNA van elke topspeler, zoals Wim Jonk altijd mooi zegt. Maar winnen is vanuit het perspectief van de trainer alleen voor het eerste elftal van levensbelang. Johan Cruijff was een van de eersten die dit goed begreep. Samen met Wim heb ik het geluk jarenlang met Cruijff te mogen werken en van hem te leren. Hij legde ons uit dat het in de jeugdopleiding om elke jeugdspeler afzonderlijk gaat en niet om de prestatie van een bepaald jeugdteam. Elke speler ontwikkelt zich op een andere manier en moét juist fouten kunnen maken om te leren.”

Vaak zie je dat ouders nog meer met de droom van het kind bezig zijn dan het kind zelf. Die maken zich dan vast grote zorgen als ze zien dat het team van hun kind vaak verliest.

“Voor volwassenen kan deze gedachtegang tot twijfels leiden. Als ouder of coach sta je langs de lijn en als je kind in een team zit dat vaak verliest, dan komen daar ook emoties bij kijken. Niet alleen bij jezelf, maar ook bij anderen. Emoties als schaamte, angst en jaloezie zijn menselijk en ook mij niet vreemd. En zeker in het voetbal worden emoties vaak extra uitvergroot en is de korte termijn vaak leidend. Juist dan is het van belang het grotere plaatje te blijven zien. Natuurlijk is het pijnlijk om te verliezen. Maar zonder verlies is er ook geen winst. Bovendien kun je door verliezen veel leren, soms meer dan door winnen. Je kunt als voetballer later bij clubs komen die tegen degradatie moeten knokken, of je komt in je werk of relatie in zwaar weer terecht. Al deze facetten zijn onderdeel van het leven en de ervaringen in het voetbal kunnen helpen om sterker te worden als mens.”

We zijn nu in het tweede seizoen aanbeland. Hoever zijn we met de plannen in de jeugdopleiding en wat gaat er nog gebeuren?

“Je kunt de jeugdopleiding niet los zien van de rest van de club. Dus het gaat altijd om het voetbal. Daar heeft Wim Jonk al over gezegd dat wij willen spelen voor de fans. Dus we willen de bal en daar iets moois mee doen. Dat is het moeilijkste voetbal want het vereist creativiteit, schoonheid, lef, risico, veel leiderschap en communicatie. Dus willen we de kinderen hierop voorbereiden. Vandaar dat voor ons het belangrijkste is dat de jongens leren zelfstandig te denken en handelen en het vermogen ontwikkelen zich aan te passen aan veranderende omstandigheden.”

Hoe leer je dat?

“In elk geval niet door alles voor te zeggen wat de kinderen moeten doen. Dus willen we dat ze zelf leren nadenken wat ze willen doen en waarom. En dan is de volgende stap dat ze dat samen leren doen. En dit alles zonder bang te zijn om fouten te maken. Dit zijn vaardigheden die ze niet alleen in het voetbal nodig hebben, maar ook in de rest van hun leven. Als trainers moeten wij wel goede voorbeelden geven en scherp zijn op de inhoud: kwaliteit van de pass, intensiteit van de acties, onderlinge coaching, etc. Hard op de inhoud, zacht op de persoon. Maar ook trainers zijn mensen die fouten mogen en moeten maken. Een groep jongemannen die met elkaar in een nieuwe organisatie leert met een unieke aanpak te werken. Ga er maar aanstaan.”

Dit jaar hebben we samenwerkingen gesloten met de middelbare scholen Don Bosco en Triade. Wat maakt dat zo’n goede zet?

“We hopen daarmee dat kinderen een betere balans hebben tussen thuis, school en training en daardoor ook voldoende kunnen werken aan zichzelf in rust en vrede. Dat niet alles direct op rolletjes loopt is logisch. Er zijn meer dan veertig kinderen van FC Volendam dus van buiten het dorp op het Don Bosco gekomen en ook dat brengt verandering met zich mee zowel voor de kinderen van onze club als voor de kinderen die al op die school zaten.”

Waar zijn nog grote stappen in te zetten?

“In het vinden van jeugdspelers uit de regio die passen bij onze visie. Er is dus nu ook een jeugdscoutingsafdeling die daar vol mee bezig gaat en binnenkort komen we ook met nieuwe plannen over samenwerkingen met amateurclubs uit de regio. Veel spelers die nu in Jong Ajax en Jong AZ spelen, komen bijvoorbeeld uit de regio Waterland. Die spelers die gaan natuurlijk in de toekomst naar ons.  RKAV Volendam heeft daarvoor ook de deur opengezet, om die enkele toptalenten een plekje bij hun te geven, zodat ze op jongere leeftijd al kunnen binden met Voetbal Volendam. De samenwerking met RKAV willen we verder intensiveren. We hebben dus ook al trainers van hen aangenomen en willen natuurlijk nog meer kunnen bieden zowel qua handjes als qua inhoud. En ook het fysieke- en lifestyle-onderdeel is van essentieel belang. We hebben gezien dat daar enorme winst te boeken is. Maar ook daar hebben we eerst de middelen nodig. De jeugd heeft een eigen gym nodig, maar ook op het gebied van voeding, gezondheid en slaap willen we veel meer hulp bieden. De opstart van het Performance & Lifestyle Institute is dus essentieel.”

Tekst: Brian Wijker/FC Volendam
Foto's: Fred Rotgans