De afgelopen maanden publiceerde het Noordholland Dagblad verhalen rond de top 50 Volendamse voetballers aller tijden. Trainer Wim Jonk werd verkozen tot nummer 1 en is daarmee gekroond tot beste voetballer ooit uit Volendam. Het NHD stelde het verhaal met Jonk ter beschikking aan FC Volendam. Onderaan deze pagina is de volledige top 50 te vinden.
’Halleluja, wat is die mooi’ roept de televisieverslaggever uit. Op een lenteavond in 1992 heeft Wim Jonk verwoestend uitgehaald. Van 35 meter verdwijnt de bal in het doel van Torino, steeds verder richting bovenhoek draaiend. Het doelpunt is het hoogtepunt van de Uefa Cup-finale, die door Ajax wordt gewonnen.
Een doelpunt maken in een Europa Cup-finale is niet veel voetballers gegeven. Wim Jonk doet het twee keer en voor verschillende clubs. Niet alleen voor Ajax in 1992, bijna net zo fraai is zijn treffer voor Inter Milaan in de finale van 1994 tegen Casino Salzburg. Dit keer geen pegel van afstand, maar een solo met een stiftje afgerond. Opnieuw mag hij de Uefa Cup omhoog houden.
Ben Steur weet het zeker. De man die zelf voetbalde met illustere voetballers als Dick Tol, Wim Kras en Klaas Karregat en (jeugd)trainer was bij Volendam van talenten als Pier Tol en Keje Molenaar, noemt Arnold en Gerrie Mühren geweldige spelers. ,,Maar Wim Jonk is de beste voetballer die Volendam heeft voortgebracht.’’
Toch is niet alles goud wat Jonk in zijn voetballoopbaan aanraakt. Hij speelt liefst 49 interlands (11 doelpunten) en maakt met Oranje drie eindtoernooien mee. Op het WK in 1998 is Nederland dicht bij succes, maar wordt er in de halve finale na strafschoppen verloren van Brazilië, dat Oranje in 1994 ook al uitschakelde. Jonk: ,,Dat was het beste Oranje waarin ik heb gespeeld. We konden echt wereldkampioen worden, zoveel kwaliteit en drang zat er in dat elftal. Daar heb ik wel een paar traantjes om gelaten.’’
Tussen die successen en het jeugdvoetballertje uit Volendam ligt een zee van toewijding en volharding. ’Vlieguren maken’, noemt Jonk dat zelf in voetbaljargon. Zonder het eindeloos trainen en voetballen op straat komt talent immers niet tot wasdom.
Voor een televisie-item neemt Harry Vermeegen een voetballer mee naar een pleintje achter de Begoniastraat in Volendam. De camera toont een troosteloze plek. Het is een zee van grijze betontegels, die scheef liggen als de golven op het nabijgelegen IJsselmeer. Op deze plek - omgeven door tuinschuttingen en bakstenen muurtjes - brengt Wim Jonk een groot deel van zijn jongensjaren door. Urenlang voetballen met zijn oudere broers en vriendjes. Eindeloos in z’n eentje oefenen op zijn techniek. Telkens weer. Bal tegen de muur gespeeld, aannemen, draaien en direct geschoten op het doeltje dat op een muur is getekend. ,,De buren moeten gek geworden zijn van het gebonk tegen de muur’’, blikt Jonk lachend terug.
Op dat pleintje en ook in de jeugdopleiding van Volendam geldt Jonk als een talent. Maar het tengere ventje steekt bepaald niet boven andere talenten, zoals zijn broers Erik en Nico, uit. Jeugdtrainer Wim Kwakman ’Ballap’ vertelt in Het Parool in 1993 over talent in Volendam dat ’Erik Jonk echt beter was dan zijn jongere broer Wim’. En Hans de Vries en Jack Tol - spelers van dezelfde sterke lichting als Jonk - maken eerder de overstap naar Volendam-1. ,,Ik had het fysiek moeilijk. Daar werd niks aan gedaan, daar besteden we nu veel meer aandacht aan.’’
Waarom Jonk het wel redt, in tegenstelling tot die andere talenten? ,,Doorzettingsvermogen en de wil om te slagen’’, denkt hij er zelf van. Op het pleintje achter de Begoniastraat wil hij elk partijtje winnen, ook tegen de wat grotere jongens. ,,Die wil om te winnen kwam daar vandaan.’’
Voor de televisie vergaapt hij zich aan voetballers als Cruijff, Platini, Gerrie Mühren en Glenn Hoddle. Op de tribune bij FC Volendam ziet hij Dick Bond ’Sport’ en Keje Molenaar als zijn voorbeelden. Met Mühren voetbalt hij ook in het park. ,,Ik kwam ook bij hem thuis. Dan kreeg ik allemaal videobanden en dan zat ik thuis allerlei beelden van Gerrie te bekijken. Later nam ik zelf ook alles op. Honderden videobanden met voetbal had ik.’’
Op zijn zestiende stapt hij al als schilder op de steiger in de bouw. Voetballen doet hij er naast. Ook in de zaal. Waarvoor hij na de training bij Jong FC Volendam stiekem wordt opgehaald door Bep Dekker van ’t Gat van Nederland.
Jonk is al bijna twintig jaar als hij zijn debuut maakt. ,,Ik zat bij Jong en stond op de ladder toen Jan Brouwer belde. Of ik vanwege blessures wilde meedoen tegen Always Forward. Ik scoorde er twee en bleef er bij.’’ Het wordt voor Jonk en Volendam een geweldig jaar. Volendam wordt verrassend kampioen en Jonk - spelend achter de spitsen - topscorer.
In de eredivisie begint Volendam hoopgevend, maar is de talentvolle Jonk na wat matige resultaten het slachtoffer van een meer defensieve speelwijze. ,,Dat heeft me wel een knauw gegeven, want het voelde als onrecht. Ik wilde bewijzen dat ik de beste was. Dus ging ik niet in de slachtofferrol, maar nog harder trainen. Ik haalde een enorme drive uit het negatieve. Dat heeft me gevormd. Ik ben zelfs nog een keer boos weggelopen. Niet goed, maar ik was er echt klaar mee.’’
De situatie krijgt een bizarre wending als Johan Cruijff belt om de reserve van Volendam naar Ajax te halen. ,,Bobby Haarms kende me, als trainer van Jong Volendam. Dat zal gescheeld hebben. Het voelde als een verlossing, ik was enorm trots. Cruijff vertrok alleen naar Barcelona, maar zijn opvolger Kurt Linder zag het ook wel in me zitten.’’
Dus tuft Jonk het nieuwe voetbaljaar met Arnold Mühren naar De Meer. ,,Die heeft me wel geholpen. Ik werd fullprof en trainde veel meer. Ik ben daar een volwaardige speler geworden. Doordat je met goede spelers speelt, gingen veel dingen vanzelf. En hoewel er veel concurrentie was op de 10-positie, heb ik best veel gespeeld.’’
Na een onrustige tijd bij Ajax met veel trainerswisselingen, keert onder Louis van Gaal de rust terug. Die neemt een opmerkelijke besluit. Van Gaal zet Jonk op de plek van vedette Jan Wouters. De tandem Jonk-Bergkamp is geboren. De Volendammer moet met zijn fluwelen trap en goede inzicht Dennis Bergkamp bedienen. ,,Toch was Wouters een geweldige speler, van wie ik veel geleerd heb. Hij was een baas en legde de lat hoog. Voor ons, maar vooral voor zichzelf.’’
De successen - eerder is onder Beenhakker al een landstitel behaald - komen ook. Het hoogtepunt is de Uefa Cup in 1992. Met zijn verwoestende uithaal in de heenwedstrijd tegen Turijn als kroon op het werk. Het is de avond dat al die uren op het pleintje achter de Begoniastraat zich uitbetalen. ,,Dat doelpunt was geen toeval. Ik heb er ontzettend veel op getraind. Ik voelde al dat het een goal werd op het moment dat de bal van mijn schoen vertrok.’’
Ruim een jaar later tijdens zijn debuutwedstrijd voor Inter Milaan, waar hij net als Dennis Bergkamp voor een forse transfersom heen is gegaan, herhaalt Jonk dat kunstje tegen Reggiana. ,,Een raket van 25 meter, lekkere binnenkomer.’’
Jonk geniet in Italië met volle teugen. Ofschoon de verwachtingen enorm zijn en de resultaten in de competitie tegenvallen. Vooral Bergkamp wordt bedolven onder kritiek. Die verstomt door ’Europees’ succes. Jonk en Bergkamp spelen daarin een grote rol en maken dertien van de 22 Inter-doelpunten. In de finale wordt twee keer met 1-0 gewonnen van Casino Salzburg. En weer scoort Jonk, ditmaal met een fraaie solo-actie. ,,Inter wilde veranderen, meer aanvallend voetballen, maar trainer Bagnoli was behoudend. Bovendien mochten maar drie van de vijf buitenlanders spelen. Met de Uefa Cup snoerden we iedereen weer even de mond.’’
Na twee jaar Inter keert Jonk terug naar Nederland bij PSV. ,,Ik wilde gewoon iedere week spelen. Sportief - er kwam ook weer een eindtoernooi met Oranje aan - vond ik belangrijker dan geld. Ik heb nooit spijt gehad van die keuze. Ajax was toen - net na het winnen van de Champions League - enorm goed. Maar bij PSV liepen met Nilis, Ronaldo, Wouters en Numan ook geweldige voetballers rond. Het tweede jaar werden we ook kampioen.’’
Jonk is een groot deel van de jaren negentig vaste klant bij Oranje. Hij debuteert 27 mei 1992 tegen Oostenrijk en mag mee naar het EK. Daar wordt titelverdediger Nederland in de halve finales na strafschoppen uitgeschakeld door Denemarken. Veel speeltijd krijgt hij nog niet van bondscoach Michels. Op het WK ’94 is Jonk onder bondscoach Dick Advocaat een van de drijvende krachten. Hij scoort bovendien twee keer met een afstandsschot (al gaat de Ierse keeper bij de tweede in de fout). Op het WK 98 reiken Jonk en Oranje tot de halve finales, waarin net als vier jaar eerder Brazilië spelbreker is.
De kwartfinale tegen Argentinië (met het prachtige doelpunt van Dennis Bergkamp vlak voor tijd) ziet Jonk als een van de mooiste wedstrijden in zijn carrière. ,,Net als Volendam-Roda waarin we 4-1 achter kwamen en toch met 5-4 wonnen en de 7-2 zege met PSV op Feyenoord in 1996. Zo’n wedstrijd waarin alles klopt.’’
Na het WK in 1998 kiest Jonk nog een keer voor het avontuur. Nottingham Forest wijst hij af, Monaco wordt niet concreet. Het enthousiasme van Sheffield Wednesday-coach Danny Wilson kan hij niet weerstaan. ,,Het was mijn laatste kans en heb het twee jaar geweldig naar mijn zin gehad. Spelen in de Premier League was een geweldige ervaring. Als jongetje was ik fan van Liverpool en nu speelde ik er zelf.’’
Maar in zijn derde jaar gooit een blessure roet in het eten. Het eindigt in een conflict. Daarna komt het evenmin tot een rentree bij Volendam. ,,Ik kwam door die blessure niet meer op honderd procent van mijn kunnen. Zo wilde ik niet bij Volendam of aan andere club aankloppen. Dus ben ik - een paar jaar te vroeg - gestopt.’’
Jonk neemt geen afstand van het voetbal. Hij wordt bij Volendam bestuurslid technische zaken en wordt op voorspraak van Johan Cruijff techniektrainer bij Ajax. Als hij hoofd jeugdopleiding wordt in Amsterdam, raakt hij bovendien verzeild in de ’Fluwelen Revolutie’, waarin veel reputaties besmeurd en gebroken worden. ,,Heel vervelend. Er was geen tussenweg. Je was voor of je was tegen.’’
Jonk overleeft de crisis, maar wordt in 2015 (net als Cruijff) alsnog de deur gewezen bij Ajax. Wel blijft hij - aanvankelijk samen met Johan en later met zoon Jordi - het gedachtegoed van Cruijff uitdragen. Sinds 2019 doet Jonk dat bij FC Volendam, dat hij in drie jaar tijd als trainer wil terugbrengen naar de eredivisie.
#1 Wim Jonk
#2 Arnold Mühren
#3 Gerrie Mühren
#4 Dick Tol ’De Knoest’
#5 Kees Tol ’Pier’
#6 Kees Molenaar ’Keje’
#7 Klaas Koning ’Not’
#8 Wim Kras ’van Griet’
#9 Johan Steur ’Glad’
#10 Edwin Zoetebier
#11 Dick Bond ’Sportje’
#12 Jannie Schilder
#13 Johan Pelk
#14 Jaap Keijzer ’Aaltje’
#15 Joey Veerman ’Klaus’
#16 Klaas Karregat ’Blubber’
#17 Klaas Smit ’Kip’
#18 Tom Sier
#19 Fruk Tuijp
#20 Harmen Veerman ’Poes’
#21 Jack Tuijp ’Bulldog’
#22 Klaas Zwarthoed ’Vracht’
#23 Thames Tol ’Pier’
#24 Dick Maurer ’Kick’
#25 Jaap Schilder ’van Riek’
#26 Jan Bond ’ Billy’
#27 Wim Kwakman ’Ballap’
#28 Hans Bond ’Pakhuis’
#29 Ben Steur
#30 Jaap Braan
#31 Jack Hoogland
#32 Rene Binken
#33 Jaap (Jack) Jonk ’Bol’
#34 Jaap Smit ’Jut’
#35 Henk Veerman
#36 Dick Sier ’Kits’
#37 Nico Zwarthoed
#38 Andre Stuijt
#39 Dick de Boer
#40 Robert Mühren
#41 Jaap Jonk ’Suikere’
#42 Kees Kwakman ’Ballap’
#43 Bruin Steur ’Joep’
#44 Ruud Kras
#45 Wim Tol ’Pier’
#46 Gerrie Koning ’Not’
#47 Evert Smit ’Kip’
#48 Nico Runderkamp ’Mepper’
#49 Jan Jonk ’Kip’
#50 Henny Schilder ’Vik’
Bron: FC Volendam