Nieuwe opzet beloftencompetitie

  • dinsdag, 08 mei 2012
  • Leestijd: 4 minuten
  • Bron: FC Volendam

Het bestuur betaald voetbal heeft in de voorjaarsvergadering van 2011 aangekondigd de toekomst van de beloftencompetitie in breed verband te gaan onderzoeken. Hiervoor waren meerdere redenen, onder andere de geringe deelname aan de Beloften Eerste Divisie, de wens om het weerstandsniveau te verhogen en het beperken van de geografische spreiding. In de afgelopen maanden is in zowel de “Denktank beloften”, waarvoor personen vanuit diverse betaaldvoetbalorganisaties waren uitgenodigd, als in het Technisch Platform van de KNVB, uitvoerig gediscussieerd over de opzet van de beloftencompetitie. Resultaat van deze gesprekken is een nieuwe opzet voor de beloftencompetitie met ingang van seizoen 2012/’13.

In overleg met het Technisch Platform en de Denktank beloften, is de licentie-eis voor de verplichting voor het hebben van een eigen beloftenteam en het bijbehorende dispensatiebeleid gewijzigd. Na verwerking van de toegewezen dispensatieverzoeken, komt de KNVB tot 24 beloften teams voor het seizoen 2012/’13.

De teams spelen komend seizoen allereerst in drie poules van 8 teams een halve competitie (eenmaal) tegen elkaar in de periode augustus t/m begin oktober. Vervolgens wordt de ranglijst per poule opgesplitst en op sterkte verdeeld. De bovenste vier teams uit alle drie de poules spelen met elkaar in een nieuwe poule van 12 deelnemers een hele competitie (uit en thuis) in de periode medio oktober t/m mei. Hetzelfde geldt voor de onderste vier teams uit de drie poules.

Alle teams spelen in deze opzet in totaal 29 (7 + 22) competitiewedstrijden, waarbij er geen competitieverplichtingen in interlandweken zijn en het bekervoetbal wegens onvoldoende speelruimte komt te vervallen.
Aangezien er vrijwel geen inhaalmaandagen beschikbaar zijn, dient iedere BVO ervoor te zorgen, dat bij dreigende afgelastingen op de speeldag uitgeweken kan worden naar een nabij gelegen kunstgrasveld om de voortgang van de beloftencompetitie te waarborgen.

De competitie is zoveel mogelijk ingedeeld op basis van voetbaltechnische argumenten. Het streven is om het weerstandsniveau te optimaliseren. Bij de definitieve indeling van de poules is gekeken naar de kwaliteit en het prestatieniveau van de club in het algemeen, de ranglijsten van de afgelopen jaren en de kwalitatieve doorstroom vanuit de jeugd.

{foto1}
 
Het beleid is erop gericht dat de deelnemende clubs met een beloftenelftal uitkomen dat voor het merendeel bestaat uit spelers in de leeftijdscategorie onder 23 jaar. Ieder jong talent, dat op of na 1 januari 1990 geboren is, mag in seizoen 2012/’13 meespelen in de beloftencompetitie. Met ingang van het seizoen 2012/’13 mogen maximaal 4 veldspelers en 1 keeper als dispensatie spelers ouder dan 23 jaar opgenomen worden in de totale selectiegroep. In competitiewedstrijden van beloftenelftallen mogen maximaal twee spelers deelnemen, die in dat seizoen in totaal in 23 of meer competitiewedstrijden van het eerste elftal zijn uitgekomen. Tot slot mag er geen gebruik gemaakt worden van zogenaamde testspelers in officiële competitiewedstrijden van de beloften.

Op maandag 6 augustus speelt de landskampioen Jong FC Twente thuis tegen de bekerwinnaar Jong Ajax om de Supercup voor beloften, de openingswedstrijd van het nieuwe seizoen. De start van de eerste competitie speelronde is op maandag 13 augustus voor alle teams. 

 Gijs de Jong, manager competitiezaken KNVB: “De KNVB is tevreden over de totstandkoming van de nieuwe opzet. Tussen mei 2011 en nu hebben diverse bijeenkomsten plaatsgevonden met het Technisch Platform en met de zogenaamde Denktank Beloften. Resultaat is dat er nu een opzet gerealiseerd is waarbij het gemiddelde weerstandsniveau is verhoogd, alle clubs gelijke kansen hebben en een volwaardige competitie spelen. Verder hebben we ervoor gezorgd dat we voor de poulefase zoveel mogelijk rekening houden met de geografische spreiding. Kenmerkend voor het hele traject is dat alle partijen hun inbreng gehad hebben en dat het uiteindelijke resultaat door zowel het Technisch Platform als de Denktank gedragen wordt.”