Strontchagrijnig stampte ik het huis binnen nadat NEC in de 4e minuut van de blessuretijd gelijk had gemaakt. Mijn vrouw keek me meewarig aan omdat ik mijn humeur liet beïnvloeden door iets onbenulligs als een voetbalwedstrijd. Op de vraag: ’Wat wil je eten’, was mijn antwoord: ’Cyaankali op een bedje van arsenicum.’ Ik wist uit ervaring dat die donkere wolk in mijn hoofd de eerste paar uur nog wel zou blijven hangen. Studio Sport zat er ’s avonds ook niet in (ik ben niet sadomasochistisch), dus de strijd tegen de klok was begonnen. De kinderen hadden zoals altijd tijdens zo’n sportieve deceptie geen enkel medelijden met mij. Met hun Mega Mindypakken aan speelden zij onophoudelijk dat ik de boef was. In mijn gedachten probeerde ik het puntenverlies van me af te schrijven. Op het denkbeeldige papier begon ik te schrijven. ’Mario Been kan Bouaouzan mooi meenemen naar Feyenoord. Hebben ze twee ’beenhakkers’ in Rotterdam.’ Op dat moment begon Life and Cooking. Carlo was weer schijtlollig en Irene vertelde dat het Nationale Complimentendag was. Ze voegde het woord bij de daad en het publiek begon (op commando) schaapachtig te lachen. Op het moment dat ik op zoek wilde gaan naar een touw vermande ik mezelf en bedacht ik me dat onze FC dit seizoen eigenlijk een groot compliment verdient. Nu nog wat meer geluk en dan ben ik zondag weer het zonnetje in huis.
Bron: FC Volendam