FC Volendam is en blijft een opleidingsclub. Dat bevestigt ook het rapport ‘Nederland Opleidingsland, De stand van zaken’, een analyse van de KNVB over de staat van het Nederlandse jeugdvoetbal. Uit dit onderzoek blijkt dat vanaf het seizoen 2010-2011 bijna helft van de selectie van FC Volendam (49,3%) bestaat uit zelfopgeleide spelers. De laatste twee seizoenen (seizoen 2019-2020 & 2020-2021) onder trainer Wim Jonk is dat percentage zelfs 62,6%.
Een zelfopgeleide speler is een speler die tussen 15 en 21 jaar minimaal drie seizoenen bij éénzelfde opleiding van een BVO heeft gespeeld. Deze definitie is afkomstig van het CIES Football Observatory. Gekeken is naar het aantal gespeelde minuten van zelfopgeleide spelers ten opzichte van het totaalaantal gespeelde minuten. Ajax voert de lijst met zelfopgeleide spelers aan. Het aantal zelfopgeleide spelers van de Amsterdammers was over de afgelopen elf jaar gemiddeld genomen 60,7%. FC Volendam volgt in diezelfde lijst met 49,3% voetballers uit de eigen jeugdopleiding.
Behoudens de beloftenteams van Ajax, AZ, PSV en FC Utrecht was er in de afgelopen twee seizoenen geen ploeg die procentueel meer voetballers uit de eigen opleiding in het betaald voetbal liet spelen dan FC Volendam. Niet voor niks maakten tien zelfopgeleide spelers in het seizoen 2020-2021 hun debuut in de hoofdmacht en werd met de overgang van Micky van de Ven naar VFL Wolfsburg de grootste transfer in de clubhistorie voltooid. In het lopende seizoen maakte Wim Jonk gebruik van 32 spelers. Vijftien hiervan komen uit de jeugdopleiding van FC Volendam.
Bekijk het volledige rapport ‘Nederland Opleidingsland, De stand van zaken’.
Bron: FC Volendam