“Na koffie zetten eitje koken”
Door Cor Westerveld
FC Volendam telt vele vrijwilligers. Martin Gentenaar (69) uit Broek in Waterland is een van hen. Zijn territorium is het gedeelte van de catacomben van het Kras Stadion waar de spelers het veld opkomen. Pers en mensen die hier niets te zoeken hebben, verwijderd hij met zachte hand. Binnen en buiten houdt hij hier toezicht. En hij houdt van een dolletje met de FC Volendamspelers die langskomen. Op een wedstrijddag is hij al om vijf uur ’s middags aanwezig. Het is slecht een onderdeel van zijn werkzaamheden bij de club.
“Ik ben begonnen als schoonmaker. Samen met onder andere Piet Jonk en Cor Klepper verzamelde ik het zwerfvuil dat supporters achterlieten op de tribunes. Heb ik vijf jaar gedaan”, begint Martin zijn verhaal. Ook wees hij - in de tijd dat de Expo-tribune nog bestond – de bezoekers de weg naar hun zitplaats. “Ach, wat heb ik niet gedaan”, verzucht hij. Hij somt de nodige activiteiten op. Vijf jaar lang was hij betrokken bij de kaartverkoop op de hoek van de ’Expo’. Het schiet hem te binnen dat hij in het verleden ook nog de beveiligingscamera heeft bediend.
Veiligheidscoördinator
“Ik ben zachies aan in de beveiliging gekomen. Dat was in de periode van Jan Brouwer. Er waren toen 25 stewards. Ik werd toen veiligheidscoördinator. Bestuurslid Floor Speksnijder deed de uitwedstrijden en ik was betrokken bij het overleg met de politie en de tegenpartij wanneer FC Volendam een risicowedstrijd te wachten stond in de eredivisie. Maar dat waren hooguit twee wedstrijden per seizoen. En als er iets gebeurde, dan moest ik naar de KNVB in Zeist om te vertellen wat er precies was voorgevallen. Dat werk nam ik over van Speksnijder.”
Controle
Wie nu denkt dat Martin alleen bij de wedstrijden vrijwilliger is, heeft het mis. Hij is zes dagen per week op de club. Als eerste. “Ik sta elke dag vroeg op. Een wekker heb ik nog nooit gezet. Toen ik nog fulltime werkte, was dat al zo. Ik had met twee compagnons kraanbedrijf De Gier in Hoorn overgenomen. Ging in die tijd om vijf uur van huis en kwam ’s avonds tussen acht en tien weer thuis. Ik was chef-werkplaats. Werkte dag en nacht. De kranen mochten niet stilstaan. Nu leid ik een paar uur per week in Medemblik bij Rush nog mensen op voor het bedienen van een telekraan. Ik ben dagelijks om vijf uur op de club. Loop ik alle toiletten na in het stadion om te controleren op closetrollen. Haal daarna in het washok de wasmachine leeg. Piet Jonk heeft altijd een briefje klaarliggen waarop staat wat ik weer in de wasmachine moet stoppen. En daarna zet ik koffie voor Piet Jonk, Jan Plat en Took Jonk. En als die om zes uur komen, zegt deze jongen dat ie een eitje gaat koken. Vertrek ik en ben om half zeven weer thuis.”
Bron: FC Volendam