Kees Kwakman: “We zijn als team gegroeid”

  • donderdag, 05 jan 2017
  • Leestijd: 2 minuten
  • Bron: FC Volendam

Door Cor Westerveld

Aanvoerder Kees Kwakman kijkt tevreden terug op de eerste seizoenhelft. Op een paar wedstrijden na is hij ook tevreden over zijn eigen spel. “Tegen Helmond Sport en Cambuur speelde ik niet goed. SC Cambuur was zelfs mijn slechtste wedstrijd. Jammer, want die twee wedstrijden verloren we. Tegen FC Dordrecht was ik geschorst en tegen VVV uit speelde ik niet mee vanwege een kuitblessure. Maar die wedstrijd wonnen we wel in Venlo met 0-1.”

De kracht van FC Volendam is volgens Kees dat het niet meer afhankelijk is van een paar spelers.

Ontwikkeld
“Als team zijn we gegroeid. Andere jongens hebben zich goed doorontwikkeld en kunnen ook doelpunten maken. Kevin van Kippersluis is nu onze topscorer met negen goals. Jack heeft voor zijn doen nog niet veel doelpunten gemaakt. Al heeft hij ook wel een paar keer wat pech gehad. Tegen Jong Ajax bijvoorbeeld werd een inzet van hem van de lijn gehaald. Maar Jack heeft wel belangrijke doelpunten gemaakt. In de uitwedstrijd tegen VVV werd hij matchwinnaar en hij hielp ons met zijn drie doelpunten tegen MVV aan de verlenging waarin we op strafschoppen doorgingen naar de volgende ronde van de KNVB-beker. Ik hoop dat Jack zijn doelpuntjes weer weet mee te pakken na de winterstop.”
FC Volendam zet elke wedstrijd veel druk. Kwakman: “De trainer wil altijd dat we druk naar voren zetten. En aan de bal wil hij dat we veel bewegen. Klopt, het kost de nodige kracht om steeds maar weer druk te zetten, maar de jonge spelers moeten dat kunnen opbrengen.”

Lijn
FC Volendam staat zes punten achter op koploper VVV. “Dat is veel, maar we krijgen ze nog thuis. Zover is het echter nog niet. We hervatten de competitie met een uitwedstrijd tegen Almere City en dat is al lastig genoeg. Ons probleem was aanvankelijk dat we te weinig scoorden. De laatste drie wedstrijden voor de winterstop, tegen respectievelijk Achilles ’29, VVSB en FC Oss, wisten we wel de kansen te benutten. Als we die lijn weten door te trekken, dan moeten we bovenin kunnen blijven meedraaien”, besluit Kees.