De Palestijnen van de Voetbalwereld

  • donderdag, 19 mei 2011
  • Leestijd: 6 minuten
  • Bron: FC Volendam

Ook dit jaar maakt FC Volendam, met maar liefst zes spelers uit eigen dorp in de A-selectie, weer kans op promotie naar de eredivisie. Succes zit de Volendammers in de genen. Maar wat is het geheim van het vissersdorp? Eigenlijk kan het helemaal niet. Een voetbalclub uit een dorp van 22.000 inwoners, met een begroting van vier miljoen, zonder een suikeroom of een groot achterland, die kans maakt op promotie naar de eredivisie. En tóch gebeurt het in Volendam. De vraag is: hoe kan dat? Als iemand daarop het antwoord weet, dan is het Cor Tol wel. De geboren en getogen Volendammer is bestuurslid van de plaatselijke voetbalclub en staat al 41 jaar voor de klas als docent maatschappijleer op het Don Bosco College in Volendam. In het dorp kent iedereen Tol en Tol kent iedereen.

Volgens hem is het antwoord op die vraag niet zo heel moeilijk. ‘Volendammers beschikken over een bijzonder hoge arbeidsmoraal. Onze successen zijn het resultaat van keihard werken.’ Hij wijst graag op het lage werkeloosheidspercentage in Volendam of op het hoge aantal zzp’ers in het dorp. Elke morgen vertrekt een stoet aan busjes van bouwbedrijven richting Amsterdam en omstreken. Tol: ‘Wat een Volendammer doet, dat doet-ie goed. En anders niet.’ De voetballers en zangers zijn een exponent van die instelling.

Graag vertelt Tol de anekdote over speelgoedmagnaat Bart Smit uit Volendam. Die dacht een paar jaar geleden dat het misschien handiger was om het magazijn te verplaatsen naar het midden van het land. Totdat de Sinterklaastijd aanbrak. Tol: ‘Bleken al die mensen daar om vijf uur hun werk neer te leggen. Dat is ondenkbaar hier. Binnen drie maanden was hij terug. Volendammers zullen nooit de hamer om vijf uur neerleggen als de spijker er nog niet inzit.’

Topvoetballers
Sinds de invoering van het betaald voetbal heeft Volendam al 25 jaar in de eredivisie gespeeld. Negen keer degradeerde de ploeg weer; het dankt er zijn bijnaam ‘De Heen en Weer’ aan. In de loop der jaren leverde FC Volendam tal van topvoetballers en internationals af, van Gerrie en Arnold Mühren tot Wim Jonk. Van de huidige A-selectie komen zes spelers uit het eigen dorp. Volgend jaar zijn dat er acht.

Ook oud-toparbiter Jan Keizer komt er vandaan. Volgens hem zit het harde werken de Volendammers in de genen. ‘Volendammers werken ook door als de baas niet kijkt.’ En dat hoeft allemaal niet per se volgens de regels, voegt hij er aan toe. ‘Hier zeggen ze: voor een zwarte euro moet je net zo hard werken als voor een witte.’

Om de oorsprong van het succes van Volendam te duiden, grijpt Tol terug naar de verre geschiedenis van het dorp, naar de Reformatie, die volledig aan Volendam voorbijging. Zodoende is het vissersdorp een rooms-katholieke enclave midden in een protestant land. Tol: ‘Ze wilden de paapsen onderdrukken, zoals dat heette. Er werd zelfs een protestantse kerk gebouwd hier. Toen kreeg je een innerlijk verzet dat je nu ook bij Palestijnen nog ziet. Dat zit diep bij de Volendammers. Het zit in elke vezel, en dat krijg je er niet uit.’

Die enorme geldingsdrang heeft ook zijn schaduwkanten. Het is nooit goed genoeg. Voormalig trainer Frans Adelaar zegt: ‘Ik heb een fantastische tijd gehad in Volendam. Maar dat kwam ook doordat ik drie assistenten uit het dorp had. Als er gezeik was, hadden zij dat al in de kiem gesmoord. Volendammers hebben allemaal een stem als een marktkoopman. Als ze aan de overkant van de tribune fluisterden, hoorde ik het op de bank.’

Beroemd is het verhaal van Dick de Boer. Hij woont zo dicht bij het stadion dat als de lichtmasten zouden vallen, zijn huis zou worden verpulverd. Zijn periode als hoofdtrainer van FC Volendam liep echter uit op een nachtmerrie. Het dorp hield hem verantwoordelijk voor de slechte resultaten. Zijn huis werd in brand gestoken, vuilnis in zijn tuin gestort, zijn auto beklad en zijn zoon in elkaar geslagen.

Gemopper
Volendam is een apart dorp. Door de geïsoleerde ligging raakten in de loop der eeuwen eigen wetten en gebruiken in zwang; die worden tot op de dag van vandaag door de inwoners bewaakt. Niet voor niets verzuchtte voormalig trainer Henk Wisman ooit dat hij blij was dat hij aan het einde van zijn werkdag bij de rotonde aan de rand van het dorp de derde afslag kon nemen. Weg het dorp uit. Weg van het gemopper.

Tol schudt zijn hoofd als de geslotenheid van het dorp ter sprake komt. ‘Ik was perschef toen De Boer hier werkte. Wat hem overkwam, was het werk van een kleine groep. Door er telkens opnieuw bij stil te staan, maakt hij het erger dan het misschien was. Laat hij zijn rug rechten, net zoals Jan Veerman van Het Hemeltje. Na de nieuwjaarsbrand vroegen ze mij in een interview: moet Veerman nu het dorp uit? Mijn antwoord was: ‘Nee, die man doet morgen gewoon zijn boodschappen hier’. Het is gebeurd, hoe erg ook. We blijven niet haatdragend. Het is voorbij. Maar ze moeten er niet steeds weer zelf over beginnen. Zo is het met De Boer ook. We willen in Volendam altijd vooruitkijken.’

Vanavond speelt de club in eigen huis de heenwedstrijd tegen VVV-Venlo in de nacompetitie. Mocht FC Volendam promoveren, dan zal de club geen onverantwoorde risico’s nemen om op het hoogste niveau te blijven. ‘Het andere Oranje’ zit in de veilige categorie 3 van de KNVB en wil dat graag zo houden. Het knusse stadion wordt stapje voor stapje gerenoveerd – door Volendamse bouwbedrijven uiteraard. Tol: ‘Want waarom zouden we het anderen laten doen als we het zelf het beste kunnen?’

Door: Iwan Tol
Bron: De Pers